↓ Download dit artikel
De stelling luidt: historie kan niet worden los gezien van de astronomische veranderingen in ons zonnestelsel, met name waar het planetaire cycli betreft. Hoe zwaar is de bewijslast? En wat zegt het voor onze tijd? Een apocalyptische (ontsluierende) studie.
Het einde der tijden?
Het Amerikaanse Public Religion Research Institute publiceerde onlangs de resultaten van een onderzoek naar de toekomstverwachting van het Amerikaanse volk. Uit dat onderzoek bleek dat de helft van de Amerikanen in de V.S. van mening was dat “recente natuurrampen (veroorzaakt door global warming of climate change) een teken is van het einde der tijden zoals voorspeld door Johannes van Patmos in het boek Openbaringen”. Van de groep zwarte protestanten en blanke evangelische protestanten waren drie-kwart die mening toegedaan. Dat zijn forse aantallen.
Ik kan me een soortgelijk onderzoek herinneren uit begin jaren 80. Toen bleek dat om en nabij 90% van de bible-belt bewoners in de V.S. van mening was in de eindtijd te leven. Ook toen was het crisis, evenals nu.
Toch moet je een groot vraagteken zetten bij die cijfers. Uit een nieuw PRRI onderzoek blijkt dat de deelnemers zich meer zorgen maken over werkeloosheid, inkomensongelijkheid, gezondheidszorg, schuldencrisis en immigratie dan over climate change.
Wetenschappelijk?
Vorig jaar publiceerde De Correspondent (een digitale krant opgericht door Rob Wijnberg, filosoof en de oud-hoofdredacteur van NRC.next), het resultaat van enkele kritische onderzoeken naar de validiteit van hedendaagse wetenschappelijke publicaties. Gevonden werd dat tot 90% van de publicaties niet de toets der kritiek kon doorstaan. Zij voldeden niet aan de huidige wetenschappelijke criteria.
Het klimaatdebat is daar een mooi voorbeeld van. Alle satellieten die sinds 1979 onafgebroken en wereldwijd de temperatuur van de troposfeer meten, geven aan dat de hoogste gemiddelde wereldtemperatuur samen viel met de El Nino van 1998 en dat sindsdien het temperatuurverloop tamelijk vlak is gebleven, in tegenstelling tot de alarmerende voorspellingen gepubliceerd in achtereenvolgende IPCC rapporten. Op de schaal van een mensenleven is climate change vooral een lokaal gebeuren, onderhevig aan verschillende cycli die we steeds beter leren begrijpen. Tegenover b.v. het smelten van het ijs op de Noordpool staat de toename van het ijs op Antarctica. Wereldwijd wordt alles uit gemiddeld en is er slechts een geringe stijging te zien, in tegenstelling tot de alarmerende berichten in de media. (zie www.klimaatgek.nl van geograaf Rob de Vos).
Newton over de Apocalyps
Op de site van de Jewish National and University Library bevindt zich een verzameling handgeschreven manuscripten van Isaac Newton. Een aantal daarvan handelt over de datum van de Apocalyps. Newton kwam uit op het jaar 2060. Hoe hij dat jaar verkreeg, ontleende hij aan het boek van de profeet Daniel. Newton heeft daar verschillende documenten over nagelaten die, gezien zijn handschrift, wat lastig zijn te ontcijferen. Hoe serieus was Newton? Ik citeer Prof Ben- Menahem: “2060 was the earliest possible date the apocalypse could arrive, Newton said: “it was meant to counter other calculations that predicted a sooner end of the world. He said, not to worry. It’s not that he thought it was instructive to calculate the date; he thought it was very destructive, because if it didn’t come through, people would lose their faith in the Bible and in prophecy.” Klinkt heel verstandig voor die tijd waarin het christendom dominant was. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk vond ook Newton en hij besteedde jaren aan bijbelonderzoek in de hoop daarin toch een occult routekaartje te ontdekken.
Permanente revolutie
Inmiddels zijn we 3 eeuwen verder en bevinden we ons midden in de revolutionaire fase van het ruimteonderzoek, begeleid en ondersteund door een bijna permanente revolutie in de fysica.
De metafysica lijkt opgeslokt door de fysica. Natuurkundigen hebben meer te melden over onze ontstaansgeschiedenis dan welk heilig boek dan ook. Maar er is een maar. Een gerespecteerde astronoom en natuurkundige vertrouwde mij enige jaren geleden toe dat hij de ontwikkelingen in de natuurkunde niet meer kon bijhouden. Hij wist wel waar het over ging maar mopperde ook over het experimentele karakter van veel theorieën. Hij zei het iets meer geserreerd, maar als hij al die mening is toegedaan, wat moeten wij als geïnteresseerde leek dan beginnen? Ja, wiskunde studeren, want dat is de taal waarin natuurkundigen communiceren. Maar is er niet nog een andere taal waarmee we de realiteit kunnen beschrijven? Ja, en ook die verkeert in een revolutionaire fase.
Het is de taal van de tijd en dat bedoel ik minder poëtisch dan het klinkt want zoals u weet wordt de tijdmeting op aarde geheel bepaald door astronomische factoren. De grammatica van deze taal is dus een astronomische. Niet alleen onze klok en kalender zijn daar van afgeleid, want kijken we verder (en dat proberen we al duizenden jaren met toenemend succes) dan levert dat kennis op waar je als mens van duizelt. Kennis leidt tot bewustzijnsverruiming maar hoe ver kunnen we gaan?
Bij elke vooruitgang wijkt de horizon steeds verder en daarachter ligt nog steeds een groot mysterie dat van geen wijken weet.
De taal van de tijd
Die is bepaald niet stom. Zij is dus wetmatig van karakter door haar relatie met cyclische veranderingen in ons zonnestelsel. En omdat het de bedoeling is van dit stuk om licht te laten schijnen op de komende 12 jaar, waarvan er gelukkig al twee voorbij zijn, is het noodzakelijk uit te leggen hoe je je in dit ruimte-tijd continuüm oriënteert. Dat heet mundane astrologie, door mij ook wel planetair-cyclische geschiedschrijving genoemd. Ik beperk me voornamelijk tot een realistische, rationele benadering, en dus wat minder een symbolische zoals gebruikelijk in de mundane astrologie. Over symbolische betekenissen kunnen we diepzinnig van gedachten wisselen en meningen kunnen we onderbouwen en laten botsen maar over feiten kunnen we het met elkaar eens worden. Hier volgen enige feiten:
Bovenstaande grafiek is geheel astronomisch gecomponeerd op basis van de Neptunus-Pluto cycli. Daarom ziet u in 6 stroken van elk 500 jaar de conjuncties, de opposities en de langdurende harmonie-aspecten allemaal recht onder elkaar. Van conjunctie naar conjunctie noemen we een synodische periode.
Die van Neptunus-Pluto duurt ongeveer 493 jaar. De traditionele tijdperken waarin historici de geschiedenis hebben ingedeeld beslaan elk 500 jaar. Dat is opmerkelijk maar oppervlakkig gezien zou het ook een wonderlijke coïncidentie kunnen zijn. We moeten dus de diepte in en een duik maken in de oceaan die geschiedenis heet.
De reden die mij laat beginnen bij -600 is gelegen in het feit dat in die 6de eeuw BC er een triple conjunctie plaats vond tussen UR, NE en PL (Uranus, Neptunus en Pluto). Na 8 NE-PL cycli, bijna 4000 jaar later, gebeurt dat weer. Het bijzondere is dat in diezelfde 6de eeuw B.C. de klassieke beschaving een aanvang neemt. Het perspectief is Europees, maar er is niets tegen uitstapjes. Het hemelse scenario laat zien dat alle NE-PL cycli bijna aan elkaar gelijk zijn. De uitvoerenden geven verschillende vertolkingen maar die volgen elke 500 jaar dezelfde dramatische lijn. Het gehalte overstijgt dat van de Griekse tragedie. Het gaat over de dood en wederopstanding van de cultuur! En dan hebben we het nog maar over 1 cyclus, 1 golf. Het is wel de basis, de grondtoon, vaak overstemd door de boventonen van de daaropvolgende cycli.
De dateringen in bovenstaande grafiek zijn met een timmermansoog te volgen, het is millimeterwerk. Wilt u meer detaillering dan kunt u terecht bij de grafiek van afbeelding 5.
Dilemma
“Hoeveel mensen zijn thuis in geschiedenis èn in astronomie?” vroeg Paul Kluwer van uitgeverij Ankh Hermes aan mij toen ik hem in 1986 mijn manuscript van Golven aanbood. De goede man heeft het toch uitgegeven. Ook nu voel ik de noodzaak de hele geschiedenis er bij te halen, maar dat heb ik dus al een keer gedaan. Ik verwijs u graag naar De innerlijke kracht van de verbeelding, dat gebaseerd is op deze NE-PL cycli. Ik schreef het in 1990/91 op verzoek van Charles Harvey, in 4 afleveringen voor de Astrological Journal. Het is een compacte versie van Golven uit 1986 en dient als inleiding.
Meest kritieke fase
We keren terug naar de grafiek. Elke NE-PL ronde begint met de conjunctie (blauwe stip) en eindigt met de volgende conjunctie, bijna 500 jaar later.
In 1990 schreef ik:
Van alle NE-PL cycli heb ik kunnen vaststellen dat tijdens de fase die ligt tussen de langdurend ingaande driehoek en het langdurende uitgaande sextiel (de laatste maal vallend tussen het Schrikbewind van 1793 en het keerpunt in de Tweede Wereldoorlog rond eind 1942), de cultuur zich in een bijna onafgebroken proces van desintegratie bevindt. Er zijn soms wel lokale uitzonderingen en de cycli van Uranus kunnen dit proces zeer versterken of verzwakken (de industriële revolutie op het continent), maar het algemene beeld blijft: de cultuur bevindt zich in een permanente staat van ontbinding. En voor zover er tekenen zijn van enige bloei, zijn deze over het algemeen van het oppervlakkige soort (‘The gay nineties’ en ‘The roaring twenties’).
De grafiek bevestigt dat volkomen. Met die funerale fase begint elke strook, dat kwam grafisch het beste uit. Het staat in rood aangegeven met als kopje ‘het einde der tijden’. Zo kunt u het niet over het hoofd zien. De 4 Ruiters van de Apocalyps hebben in het tijdsbestek van deze grafiek als 6 maal mogen optreden… Daarna ging het licht weer op groen tijdens bloeiperioden die aan het begin staan van een nieuwe cultuurhistorische periode van 500 jaar.
Waarin een dwergplaneet groot kan zijn
‘Size doesn’t matter’ schiet door mijn hoofd. Ik heb me natuurlijk vaak afgevraagd wat de reden zou kunnen zijn dat de NE-PL cycli zo dominant aanwezig zijn in de ontwikkelingen van de wereldgeschiedenis. Ik ben daar enige decennia geleden naar op zoek gegaan hetgeen toen heeft geleid tot de volgende grafiek van afbeelding 3. Bovenaan ziet u twee horizontale rijtjes dierenriem tekens. De onderste daarvan (de tropische, in kleur) wordt gebruikt om de lengte van een planeet te bepalen.
Astrologen geven die aan in een notatie van 12 x 30 graden waarbij elke 30 graden een naam draagt die is ontleend aan het siderische sterrenbeeld dat u ziet in het bovenste rijtje. Door de precessie van de equinoxen lopen die echter steeds verder uit elkaar. Astronomen gebruiken evenals astrologen de tropische situatie maar in de minder bloemrijke notatie van 24 uur van 60 minuten elk. Beide notaties danken we aan de Babyloniërs.
De voorkeur voor deze tropische notaties komt door de onmogelijkheid om een begin of eind van de dierenriem aan te geven. Daar is astronomisch geen reden voor. Hier staat natuur van de wetenschap tegenover cultuur van de astrologie. En de natuur is de leermeester van de kunst, niet andersom! Overigens maken astrologen dankbaar gebruik van de natuurwetenschap. Helaas is die liefde niet wederzijds.
Wat onderstaande grafiek laat zien, is dat de conjuncties (in lengte) van NE en PL altijd plaats vinden in de buurt van het aphelium van Pluto, en daar door de tijd omheen slingert als in een helix. De verhouding in omlooptijden is (gemiddeld precies) 3:2. Deze resonantie en de relatie met het aphelium van Pluto is volkomen uniek want ze doet zich nergens anders voor in ons zonnestelsel. Het is alsof het ‘gewicht’ van Pluto toeneemt door deze resonantie gezien de heftigheid van het historisch proces dat ermee gepaard gaat. Voeg daar de regelmatige terugkeer van de langdurende harmonie-aspecten aan toe, en je gaat denken aan een stelsel.
En Uranus?
Op de grafiek van afbeelding 1 ziet u naast de blauwe rondjes van vier van de zes NE-0-PL conjuncties het gelijktijdige majeur-aspect van Uranus met die samenstand.
De conjunctie rond -578 staat aan het begin van te veel om op te noemen (zie hoofdstuk 1 van De innerlijke kracht van de verbeelding ). In ieder geval begint daar een geheel nieuw tijdperk voor de beschaving volgens historici en cultuurfilosofen (o.a. Karl Jaspers en Henri Bamford Parkes).
Het ingaand vierkant van UR op de NE-PL conjunctie rond 410 A.D. valt samen met de verwoesting van Rome: einde van de klassieke oudheid.
De daaropvolgende NE-0-PL rond 905 A.D. wordt harmonisch geaspecteerd met een driehoek van Uranus waar de Donkere Middeleeuwen overgaan in de Hoge Middeleeuwen: continuïteit.
Met de conjunctie rond 1398 waar Uranus een oppositie mee maakte, begint de Nieuwe Geschiedenis waarin afstand genomen wordt van de Middeleeuwen en een heroriëntatie plaats vindt op de klassieke oudheid.
Spanningsaspecten van UR met de NE-PL conjuncties vallen dus samen met discontinuïteit in het historisch proces.
Voor verdere informatie over de cycli van Uranus met NE en PL moet ik weer verwijzen naar De innerlijke kracht van de verbeelding, met name het 4de hoofdstuk.
Solide basis
Mijn verkenningen naar de astronomische tijd vanuit mundaan-astrologisch (planetair-cyclisch) perspectief op basis van 2600 jaar geschiedenis heeft geleid tot o.a. de volgende inzichten.
De meest catastrofale tijden hadden de volgende drie factoren met elkaar gemeen:
- Een ingaand disharmonisch aspect tussen Pluto en Neptunus, of een conjunctie die door zijn neutraliteit voor alles vatbaar is.
- Spanningsvolle (harde) ingaande aspecten van Uranus naar deze twee.
- Alle (3) golven daalden. (zie de Val van Rome in 410).
En de meest vruchtbare tijden werden begeleid door het tegenovergestelde:
- Een harmonisch, liefst uitgaand aspect tussen Pluto en Neptunus, bij voorkeur een langdurende zoals in onze tijd.
- Zachte, harmonieuze uitgaande aspecten van Uranus vanaf deze twee.
- Alle golven stijgen. (zie b.v. het jaar 2026).
Het lijkt gecompliceerd en het is even wennen, maar als je de eenvoud van deze basisprincipes inziet dan hoef je niet te verdwalen. Alleen de jaren 410 en 2026 voldoen aan alle voorwaarden hierboven uiteengezet. We kunnen constateren dat deze uitersten, in termen van catastrofe en bloei, niet vaak optreden. De constellatie van het jaar 114 laat de culturele bloei zien, want die bevat wel 3 harmonie-aspecten tussen de collectieve planeten, en voldoet bijna helemaal aan alle voorwaarden omdat de SA- en JU-golf toen aan het begin stonden van hun opwaartse gang.
Er zijn wel meer constellaties die aan bijna alle voorwaarden voldoen van een van deze tegengestelde groepen. Die vindt u op het overzicht Universele geschiedenis (afb. 6). Zie b.v. de Gouden eeuw van Pericles die precies even lang duurde als het aspect NE-60- PL binnen een orb van 6 graden. Of de periode o.l.v. Augustus met o.a. de inwijding van het vredesaltaar, de Ara Pacis.
Wonderlijk
Het bovenstaande overzicht (afb. 5) laat ook zien dat de UR-PL en UR-NE aspecten t.o.v. Pluto na bijna 2000 jaar zich herhalen met tegenovergestelde aspecten. De grote conjunctie van rond -577 (PL-0-NE-0-UR) vindt zijn ‘tegenpool’ rond 1400 met PL-0-NE-180-UR waarna een heroriëntatie plaats vindt op de klassieke beschaving die begon met de grote conjunctie van -577. De conjunctie van 410 (Val van Rome) staat ‘tegenover’ die van 2385. De ingaande vierkanten van 410 zijn dan uitgaand geworden.
Kort samengevat: Van de 8 NE-PL cycli die liggen tussen de jaren -577 en 3371 (dus in de tijdsruimte tussen 2 grote conjuncties van PL-NE-UR) zijn de Uranus posities t.o.v. Pluto en Neptunus in cycli 5 t/m 8 tegengesteld aan die van cycli 1 t/m 4. Het lijkt me een vorm van “rechtvaardigheid” alsof er iets kan worden vereffend, want zo komen alle aspecten van Uranus met Neptunus en Pluto aan bod in een periode van bijna 4 millennia. Plato en zijn klassieke tijdgenoten zouden hiervan gesmuld hebben. Helaas, zoals Plato opmerkte, waren in zijn tijd de banen van de dwaalsterren niet voldoende bekend om daar conclusies aan te kunnen verbinden.
Maar nu?
We verlaten het collectieve domein van de mysterieplaneten en gaan ons nu verdiepen in de JU- en SA-golf (de Jupiter- en Saturnusgolf) waarmee we inzoomen op de periode 2014-2026. De JU- golf is dezelfde als de ‘Cyclische indicatie (C.I.) van de langzame planeten’ van Gouchon/Barbault. Voor de beschrijving en geschiedenis daarvan verwijs ik naar Golven en Oorlogen 1500-2000.
Uit dat onderzoek wordt duidelijk waarom ik ook de ‘sub-golven’ n.l. de SA-, UR- en NE-golf heb geïntroduceerd. Die blijken even belangrijk als de JU-golf, ja, liggen er aan ten grondslag. Immers, als alle sub-golven dalen is het ‘einde der tijden’. Bij de Cyclische Indicatie van Barbault zijn die onderliggende golven niet zichtbaar, die geeft alleen de mate van daling aan. Hoe dieper de C.I. daalt hoe erger de samenleving daaronder gaat lijden, zou je denken, maar zo simpel ligt dat niet. De C.I. van Barbault (en mijn JU-golf) staat in 1983 en 2022 nog lager dan tijdens Wereldoorlog I en WO II. (WO I: 768∘, WO II: 583∘, 1983: 315∘ en 2022: 480∘graden). En toch bracht de periode 1975-1983 geen wereldoorlog en die is ook niet te verwachten in de periode 2014-2022. Het aantal golven dat daalt terzelfder tijd is een betekenisvollere indicatie voor de ernst van de oorlogen die dan uitbreken, dan de diepte waarin de C.I. zich op dat moment bevindt (zie Golven en Oorlogen 1500-2000).
De economie? Oei…
Elke onafhankelijke econoom blijft het antwoord schuldig op de vraag waar het met de financiële wereld naar toe gaat. Ik heb er een rijtje boeken voor doorgenomen die eigenlijk allemaal tot de conclusie leiden dat Marx volkomen gelijk had met zijn constatering dat banken op gezette tijden de boel verschrikkelijk belazeren omdat ze de macht daartoe bezitten. Inmiddels zijn ze ook te groot geworden om om te vallen.
En wie tegenwoordig de beste wiskundigen kan inhuren en over de snelste internetverbinding beschikt, kan in een flits miljarden binnenslepen. Die legale dievenbende komt nooit voor de camera, laat staan voor de rechter. Het is een onderwereld waar geen toezichthouder tegen opgewassen is, blijkt uit de praktijk. Onze rijke pensioenfondsen worden gezien als ‘laaghangend fruit’ volgens een waarnemer uit het financiële circuit van beleggersfondsen in de V.S., waar een groot deel van onze pensioenen zijn ondergebracht. Het is een schrijnende werkelijkheid: in de kapitalistische economie worden de winsten geprivatiseerd en de verliezen gesocialiseerd, d.w.z. komen voor rekening van de belastingbetaler. En dat verandert niet want de multinationals en banken zijn machtiger dan de regeringen van nationale staten.
Op gezette tijden gaat het dus mis. Welke gezette tijden?
Als alle golven dalen, zoals in de periode 1793-1816, 1911-1916 en 1936-1945 dan… Apocalyps!
De tweede plaats op ‘de schaal van erg’ zijn die perioden waarin de dalende SA-golf samenvalt met de dalende JU-golf. Op de grafiek van de 19de eeuw (afb. 6) ziet u twee roze rechthoeken die de tijdsduur markeren van de twee belangrijkste economische depressies van die eeuw. U ziet dat ze grotendeels samenvallen met het gelijktijdig dalen van die twee golven die van invloed zijn op het maatschappelijk veld, want ze gingen samen met ernstige maatschappelijke crises.
Luchtbel
Om mijn verhaal over de economie af te ronden, presenteer ik twee grafieken van de Dow Jones. De oorspronkelijke grafiek werd in 2004 gepubliceerd in NRC-Handelsblad. Ik zag met het blote oog dezelfde karakteristiek als mijn SA-golf dus die heb ik er in gemonteerd (zie afb. 7).
De overeenkomsten zijn treffend. Dat verleidde mij er toe om vanaf 2004 op verschillende plaatsen het advies te verspreiden om in 2007 de aandelenmarkt te verlaten. Dat advies bleek terecht.
Op de recente grafiek daaronder laat ik ook de JU-golf zien en om de kijker niet te belasten, toon ik alleen de opwaartse fasen van de SA- en JU-golf. Die zijn beide onthullend, kijkt u maar. De grafiek laat duidelijk zien dat op de lege plekken (waar ondersteuning van de twee rijzende golven ontbreken) de Dow Jones heel laag staat. Met één uitzondering: de Eerste wereldoorlog. Deze bleek gunstig uit te pakken voor de Amerikaanse economie. De één zijn dood (Europa) is de ander zijn brood (de V.S.).
Evenzeer tamelijk spectaculair zijn de drie perioden waarin de SA- en JU-golf gezamenlijk stijgen. Dat zijn respectievelijk 1919-1926, 1956-1965 en 1996-2003.
Tijdens de 1ste periode stijgen de koersen van de minimum- naar de maximum trend. Tijdens de 2de periode doet ze dat weer. Gedurende de 3de periode stijgen de koersen van maximum naar twee maal het maximum. Ongehoord! Al een kwart eeuw bevindt de Dow zich in het luchtledige. De buitensporige financiële injecties hebben de patiënt de hemel in gespoten. Acrobatische toeren zonder vangnet…
In 2004, het jaar waarin deze grafiek werd gepubliceerd, maakte de economische redactie van NRC-Handelsblad zich nog zorgen over die bubbel, maar nu, 12 jaar verder, hoor je er niemand meer over. Een grafiek zoals deze lijkt me tamelijk zorgwekkend.
2014-2026
Voor deze tijdspanne kijken we naar de grafiek De nieuwste geschiedenis, afb. 8. Daarop ziet u net als in de grafiek van de 19de eeuw twee roze blokjes. Deze keer geven ze het hele tijdvak aan waarin de beide maatschappelijke golven (JU en SA) dalen en we hebben al gezien dat de samenleving dan door een forse crisis gaat.
Wat gebeurde er tijdens de dalende JU-golf van 1975 tot 1983?
Dat zijn 5 bekende oorlogen waaronder 3 mega-oorlogen. Daarnaast was er een ernstige economische crisis en ontstond er paniek over het milieu (zure regen, stervende bossen, naderende ijstijd), het was de tijd van Punk en ‘No Future’.
Het tweede roze blokje waarin de SA- en JU-golf simultaan dalen, valt tussen 2014 en 2022.
In het voorjaar van 2014, op het astrologiecongres in Soesterberg, voorzag ik een oorlog en nog een economische crisis maar moest het antwoord schuldig blijven op de vraag: welke oorlog? Twee maanden later zagen we de gruwelijke beelden van onthoofdingen door strijders van de Islamitische Staat die ook denken in de eindtijd te leven, met als gevolg de grootste humanitaire ramp van deze eeuw die zich onder onze ogen voltrekt.
En het is opvallend: de gezamenlijk stijgende golven van de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw vielen samen met het hoogtepunt in de Europese integratie. Nu diezelfde golven dalen, zitten we in een periode van dreigende Europese desintegratie, wat de oplossing van het vluchtelingenvraagstuk ernstig bemoeilijkt. Als de maatschappelijke golven dalen dan komt alles ongelegen! Dan worden we bezocht door de gevolgen van onze zonden uit het verleden, zoals de vernietiging van Irak als soevereine staat in 2003 o.l.v. de neoconservatieve bende van kleine Bush. Aan het daardoor ontstane machtsvacuüm danken we I.S. De Arabische lente is geheel uit het zicht verdwenen.
Ook in 2014 annexeerde Rusland het schiereiland de Krim en steunt het de separatisten in Oost- Oekraïne. De verhoudingen tussen Rusland en het Westen zijn daardoor zo zeer verslechterd dat er gesproken wordt over een nieuwe Koude oorlog.
Maar er is een belangrijk verschil te zien op de achtergrond van deze twee blokjes en dat verschil betreft de UR-golf. Na PL-0-UR van 1965 en NE-0-UR van 1993, gaat deze golf weer omhoog, komt in de creatieve fase. Dat is eerder gebeurd n.l. gedurende de tweede helft van de 19de eeuw, de periode die samenviel met de industriële revolutie op het continent. Nu gaan we door een nieuwe fase van permanente revolutie en versnelde emancipatie en die zal onstuitbaar blijken want zowel de UR- als de NE-golf verkeren in de creatieve opwaartse fase en dat is sinds de Renaissance niet meer voorgekomen.
De cultuur draait als een tierelier, wie kan ‘de vooruitgang’ nog tegenhouden?
Een aanzienlijk deel van de bevolking zal het niet kunnen bijbenen. Daardoor dreigt een nieuwe (populistische-) onderklasse te ontstaan die zich in de steek gelaten voelt. Zij gaan momenteel door onzekere tijden.
Inspiratie
Het domein van Neptunus en Pluto is het collectief onderbewuste. Dat is lastig want je kan er niemand persoonlijk op aanspreken. Het uit zich in attitude, klank, kleur, vorm en taal, als een ‘lied van verlangen’ en als hartstocht voor het ‘zijn’.
Het domein van Uranus is het bewustzijn van de mens. Een rondgang van Uranus door de dierenriem in 84 jaar spoort met de gemiddelde houdbaarheidsdatum van dat met rede begaafde zoogdier, althans in de meer ontwikkelde landen.
Samen zijn, zoals blijkt, deze drie hemellichamen in hun onderlinge wisselende betrekkingen bepalend voor de cultuur waar wij deel van zijn. Zij inspireren ons boven onszelf uit te stijgen.
Het onderzoek Neptuniaanse verkenningen laat hetzelfde zien. In de horoscopen van getalenteerde individuen, cultuurdragers, blijken deze drie planeten een voorname rol te spelen, zowel in onderling verband (aspecten) als in verband met de Zon.
Tot slot
Apocalyps betekent: ontsluiering, onthulling, openbaring. Als zodanig is planetair-cyclische geschiedschrijving een apocalyptische aangelegenheid. Zij gaat in het geheel niet over het einde van de wereld want daar weten we niets van af. Zij gaat over de dynamiek van de verandering binnen de eenheid van tijd, plaats en handeling in de ontwikkelingsgang van de menselijke gemeenschap. Die eenheid kan dus astronomisch worden gedefinieerd.
© Robert D. Doolaard, Amsterdam maart 2016
Bijlage
Hoe berekenen we een Golf? En hoe duiden we de + en -fase?
We nemen 21 maart 2000 als voorbeeld en beginnen met de cyclische indicatie (c.i.) van Uranus. Daartoe berekenen we eerst de afstand (hoek) tussen Pluto en Neptunus, deze bedroeg 53 graden. Daarbij tellen we de afstanden van Uranus-Pluto en Uranus-Neptunus, respectievelijk 66 en 13 graden en verkrijgen een totaal van 132 graden.
Voor de cyclische indicatie van Saturnus nemen we dit getal als uitgangspunt en tellen daarbij op de afstanden van Saturnus-Pluto, Saturnus-Neptunus en Saturnus-Uranus. Voor Jupiter doen we daarna hetzelfde. Dat komt er dan als volgt uit te zien:
1. Neptunus-Pluto
53 graden
2. Uranus-Pluto
66
3. Uranus Neptunus
13
—– +
132 = de c.i. van UR (Uranusgolf)
4. Saturnus Pluto
151
5. Saturnus-Neptunus
98
6. Saturnus Uranus
85
—– +
466 = de c.i. van SA (Saturnusgolf)
7. Jupiter-Pluto
144
8. Jupiter-Neptunus
91
9. Jupiter-Uranus
78
10. Jupiter-Saturnus
7
—– +
786 = de c.i. van JU (Jupitergolf)
Deze berekening maken we voor alle jaren en zetten de punten uit in een grafiek. Verbinden we deze punten dan ontstaat er een golflijn.
Mocht u moeite hebben met het ‘lezen’ van de golven dan raad ik u aan om de grafieken van afbeelding 6 & 8 een kwartslag linksom te draaien. Dan ziet u duidelijker de bergen en dalen (golven).